zaterdag 14 februari 2015

Basketbalster met kniepijn

Cliënte, naar mij verwezen via haar masseuse, zie ik met kniepijn die varieert tussen pijn 1 en pijn 8.
Pijn 1-2 in rust, pijnscheuten van pijn 4-6 soms wel tot 8 bij beweging als traplopen en wandelen. De knie is met tussenpozen dik en warm. Sporten gaat niet meer.

Cliënte is gewend twee maal per week te basketballen, wedstrijden te spelen in het weekend, in te vallen bij andere teams en zij is zelf ook actief als basketbalcoach.
Haar fysiotherapeut behandelde de klacht op verschillende manieren, oa. met knieschijftaping, maar dat hielp helaas allemaal niets.
De huisarts spreekt van artrose in de knie.
Cliënte is bezorgd of zij ooit nog kan basketballen.

Ik stel een heleboel vragen, oa. hoe het gesteld is met haar nachtrust.
Die laat veel ruimte voor verbetering zien.
We bespreken hoe cliënte aan haar nachtrust kan werken en maken samen een slaapplan.
Daarna neem ik een Ontsporings Detectie scan af.

Heel duidelijk is zichtbaar dat de heupfunctie van cliënte ver onder de maat is. Cliënte heeft bijvoorbeeld erg veel moeite met het bewaren van haar evenwicht bij het staan op een been. Als ik ook nog wat specifieke testen doe, waarmee ik verder kan inzoomen op de heupfunctie, weet ik wat te doen.

Gelukkig staat cliënte open om dagelijks thuis zelf met oefeningen aan de slag te gaan.
In deze eerste sessie leer ik haar meteen 4 oefeningen, waarvan één ademhalingsoefening.
In het totaal zal het haar 10 minuten per dag kosten om deze oefeningen te doen.
Ik spreek met haar af dat ik na een week weer terugkom om te kijken hoe het gaat.
Natuurlijk mag zij mij tussentijds ook altijd bellen als ze nog vragen heeft.

Die tweede sessie heeft cliënte grote vorderingen gemaakt. Zij heeft blijkbaar goed geoefend!
De pijnklachten zijn duidelijk afgenomen.
Cliënte is blij en trots dat zij zelf haar pijn kan verminderen.
Ook heeft cliënte haar slaapplan serieus uitgevoerd en zij voelt zich al fitter.
Ik test opnieuw en schat in dat ik zeker nog 3 keer zal moeten komen om samen te oefenen en trainen om haar beweegpatroon te optimaliseren.
Ik vertel haar dat ik de kans heel groot schat, dat zij spoedig weer zal basketballen, zonder pijn.

De 5 weken erna doet cliënte trouw dagelijks haar oefeningen en trainen we drie keer samen.
Van een aantal van de huiswerkoefeningen stel ik een warming up voor haar samen.
Deze warming up activeert de spieren die nodig zijn voor een correct beweegpatroon.
Ik adviseer haar deze warming up uit te voeren, altijd vóórdat zij gaat basketballen.
Zo kan cliënte zelf voorkomen dat haar knieklacht terugkeert.






maandag 9 februari 2015

Tennisarm (pijn in elleboog)

Sportieve dame die de opleiding tot tennissintructrice volgt en zelf op hoog niveau tennist, benadert mij omdat zij erg veel pijn heeft bij haar elleboog.
De pijn loopt op tot pijn 8, soms wel 9.
Ook haar schouder voelt stijf en beweegt stroef en haar nek voelt ook niet fijn.
Haar huisarts constateerde een tenniselleboog en adviseerde haar om rust te nemen en bij het tennissen een speciale brace te dragen. Toch zijn de klachten helemaal niet verminderd.

Bij de eerste sessie neem ik de Ontsporings Detectie scan bij haar af en constateer dysbalans en asymmetrie in haar beweegpatroon.
Daarna start ik met een instuurtechniek van haar onderarm en schouder;  haar pijnklachten nemen daardoor onmiddellijk af tot pijn nul.
Ik leg een tape op de onderarm aan en leer cliënte hoe zij zelf de instuurtechniek kan uitvoeren en hoe zij haar onderarm moet trainen.
Zij moet dit 3 keer per dag doen, een week lang en in ieder geval vlak vóór ze gaat tennissen.
Daarna leer ik haar een oefening met een lichte dynaband (een elastische weerstandsband) die haar borstkas opent en daarmee de voorwaarde voor goed schouder- en armgebruik creëert.
Ook deze oefening moet zij altijd doen voordat zij gaat tennissen, in haar warming up.

Vervolgsessie zijn niet nodig schat ik.

Acht maanden later kom ik haar toevallig tegen; zij roept enthousiast dat zij pijnvrij is en mijn oefeningen nog steeds gebruikt in haar warming up.


Hardlopen verbeteren

Cliënt hoorde van een collega dat een vitaliteitstherapeut kan helpen sportprestaties te verbeteren.
Hij heeft hardlopen als hobby en wil graag een snellere tijd neerzetten op de marathon.
De laatste tijd gaat het lopen niet meer zo lekker. Cliënt voelt zich niet fit, hij geeft zichzelf een 5 op een schaal van 1 tot 10 waarbij 10 staat voor topfit.

Ik stel veel vragen om het leven van deze cliënt in kaart te brengen.
Ik wil weten hoe zijn nachtrust is, hoe hij traint, hoe zijn trainingsschema's er uit zien, of hij wel eens een blessure heeft gehad, of hij onder behandeling van een medicus is, of hij supplementen gebruikt, wat zijn rustpols is, hoe en wat hij eet, wat voor soort werk hij doet, wat hij nog meer voor hobby's heeft, enz.

Daarna neem ik een ODS af, een Ontsporings Detectie Scan, een handig systeem waarbij ik de cliënt vraag een aantal eenvoudige bewegingen uit te voeren, zodat ik kan zien ("scannen") hoé hij beweegt en hoe de verschillende gewrichten van het hele lichaam met elkaar samenwerken.

Uit alle gegevens die ik zo verzamel, leid ik af dat cliënt overtraind is.

In de tweede sessie bespreken we stap voor stap alle factoren die van invloed zijn op fitheid, zoals zijn trainingsbelasting, zijn herstel en zijn gewoontes ten aanzien van voeding, nachtrust en ontspanning.

Uit de ODS leidde ik af, dat cliënt efficiënter zou kunnen gaan hardlopen.
Ik nam disbalans en asymmetrie waar.
Als hij speciale oefeningen in zijn krachttraining op neemt, zal zijn paslengte, ook na vele kilometers, verbeteren.

Cliënt is blij met de nieuwe inzichten en ook wel wat verbaasd over wat ik hem laat voelen aan verschil in kracht tussen zijn linkerbeen en zijn rechterbeen.
Hij kiest er voor om eerst zelf aan de slag te gaan door zijn nachtrust te verbeteren en zijn trainingsschema's te optimaliseren door het trainingsvolume omlaag te brengen.

Vier weken later krijg ik een mailtje waarin cliënt schrijft dat hij al weer op fitheid 7 zit.
Hij schrijf dat hij mij over een poosje graag wil inschakelen om ook zijn krachtoefeningen te inventariseren en optimaliseren.